Toen ik werd gewezen op het bestaan van het boek ‘Descartes in Amsterdam’ was mijn interesse direct gewekt. Een historisch/filosofisch detectiveverhaal had ik nog nooit gelezen. Nu ben ik als historicus sowieso gek op historische verhalen en toevallig ben ik ook een groot fan van detectives. Ik kan altijd erg genieten van Scandinavische thrillers en ook de Britse detectiveseries op tv kijk ik graag. Een combinatie van een detective en een historisch verhaal klonk dan ook als een ‘match made in heaven’.
Het verhaal speelt zich af in oktober 1634 in Amsterdam. De ik-persoon is Clement Chamboir, die in dienst is als ‘valet de chambre’ van de Franse filosoof en wiskundige René Descartes, die op dat moment in Amsterdam woont. Descartes gaat in Amsterdam door het leven als dhr. Duperron de Poitevin, zodat hij anoniem en in alle rust aan zijn methode kan werken. Als op een kerkhof het lichaam van een vermoorde man wordt gevonden, gaat Descartes zich met de zaak bezighouden en gebruikt hij zijn cartesiaanse methode om te proberen de waarheid te achterhalen. Deze methode houdt grofweg in: het zoeken naar zekerheid door systematisch aan alles te twijfelen.
Er worden meer dode lichamen gevonden en de moorden lijken allemaal met elkaar te maken te hebben. Er wordt een verband gelegd met hekserij doordat er bepaalde symbolen worden aangetroffen en omdat de lichamen op een bepaalde manier zijn neergelegd. Vervolgens worden twee vrouwen opgepakt en dreigen ze terechtgesteld te worden voor de moorden. Descartes, die niet in hekserij gelooft, is echter overtuigd van hun onschuld en zet alles op alles om hun onschuld aan te tonen. Hierbij wordt hij niet door iedereen gesteund en achter de schermen vindt een hoop gekonkel plaats.
Bekende namen komen voorbij in het verhaal, zoals Nicolaes Tulp (arts en burgemeester), Andries Bicker (koopman en burgemeester) en Laurens Reael (voormalig gouverneur-generaal van de VOC). Ook het (verboden) werk van Galilée komt ter sprake. Er wordt op die manier een interessant beeld geschetst van het 17-eeuwse Amsterdam door een schrijver die duidelijk kennis van zaken heeft. Maakt dit van ‘Descartes in Amsterdam’ een geslaagd boek? Het uitgangspunt is zeker interessant. Helaas valt de uitwerking wat tegen. Het verhaal mist spanning, het kabbelt wat voort. Ondanks het geslaagde sfeerbeeld van het 17-eeuwse Amsterdam grijpt het verhaal je niet echt en leef je op geen enkel moment echt mee met de personages. En dat is jammer voor zo’n uniek concept als een historische, filosofische detective. Na afloop blijft toch vooral het gevoel hangen dat er meer in had gezeten.
Duidelijke en eerlijke recensie!