In januari van dit jaar verscheen De laatste getuigen van Svetlana Alexijevitsj. Dit antioorlogsboek is een mooi voorbeeld van een ‘collectieve roman’: een boek waarin mensen hun verhaal vertellen zonder tussenkomst van een verteller. De Wit-Russische schrijfster en onderzoeksjournaliste Alexijevitsj, die in 2015 de Nobelprijs voor de Literatuur won, weet als geen ander een schrijnend beeld te schetsen van de gevolgen van de Tweede Wereldoorlog door de jeugdherinneringen van haar landgenoten op te tekenen.
De schrijfster interviewde tientallen mensen die tijdens de inval van de Duitsers in Wit-Rusland in 1941 nog kinderen waren en verwerkte hun verhalen tot aangrijpende vertellingen. In korte hoofdstukjes zien we de oorlog vanuit het perspectief van de kinderen, die allemaal hun eigen herinneringen hebben en die nog steeds met zich meedragen. Boven elk hoofdstuk staat de naam van de persoon, de leeftijd die hij of zij had toen de oorlog in Wit-Rusland begon en welk beroep hij of zij nu uitoefent. Daarna volgen de herinneringen, allemaal geschreven in de ik-vorm, de een nog tragischer dan de andere.
Het 3-jarige buurmeisje van Dima (5 jaar) vond een granaat en ging deze wiegen als een pop. De moeder kwam nog aanrennen, maar was net te laat.
Nadja (7 jaar) vertelt dat de Duitsers kwamen en iedereen het huis uit jaagden. Vervolgens moesten de mensen zich in rijen opstellen en werd elke tiende persoon doodgeschoten. Nadja’s moeder was nummer negen, de buurman nummer tien.
“De jaren gingen voorbij… Ik heb heel wat boeken gelezen. Maar van de oorlog begrijp ik nog niet veel meer dan toen ik een kind was.”
Vasja (6 jaar) vertelt hoe zijn vader voor zijn ogen werd neergeschoten.
Janja (12 jaar) ruilde op de markt 2 poppen voor 15 kilo rijst en redde het gezin daarmee van de hongerdood. Bij haar afstuderen later kreeg ze van haar moeder 2 poppen cadeau.
Marlen (11 jaar) zag de oorlog vanuit een boom. Hij klom in de hoge sparren en volgde zo de luchtgevechten.
Jakov (7 jaar) herinnert zich het geluid dat het maakte toen de schedels van zijn dorpsgenoten door een Duitser met een knuppel werden ingeslagen. “Als rijpe pompoenen.”
Vera (14 jaar) is sinds de oorlog bang voor jonge mannen. Ze trouwde nooit en kreeg geen kinderen, uit angst dat ze een zoon zou krijgen.
Het kleine zusje van Valja (11 jaar) werd door herdershonden in stukken gescheurd.
Galina herinnert zich de ondraaglijke honger. De mensen verloren hun verstand en kauwden op knopen. Om te overleven werden katten en honden opgegeten.
Alexijevitsj laat de mensen spreken, ze geeft zelf geen commentaar of oordeel. Dit is ook niet nodig, de verhalen zelf spreken al genoeg. Het resultaat is een aangrijpend document over de verwoestende gevolgen die een oorlog heeft op gewone mensen, onschuldige kinderen in dit geval. Deze kinderen die allemaal op hun eigen manier voor het leven getekend werden door de oorlog.
Valja (12 jaar): “Wij zijn de laatste getuigen. Ons tijdperk loopt ten einde. We moeten ons verhaal nog doen… Wij zijn de laatsten die die dingen nog weten…”
Indrukwekkend al de gruwelijke herinneringen van deze laatste getuigen.Hun levens zijn allemaal getekend door de gevolgen.Terecht dat dit allemaal is opgeschreven.
Dit mogen we niet vergeten.