Chicago, eind jaren twintig. Twee rivaliserende groepen van gangsters strijden om de macht binnen de georganiseerde misdaad van de stad. Aan het hoofd van de ene groep staat de beruchte Al Capone, ook wel bekend als ‘Scarface’. Capone, zoon van Italiaanse ouders maar zelf geboren in New York, wist tijdens de Drooglegging een sleutelpositie te verkrijgen in allerlei illegale activiteiten, zoals het smokkelen van drank, het uitbaten van casino’s en de handel in prostitutie.
Aan het hoofd van de andere groep staat George ‘Bugs’ Moran, die werd geboren als Adelard Cunin, zoon van Franse immigranten. Bugs, die al 3 x in de gevangenis had gezeten voordat hij 21 was, beheerst eind jaren twintig de noordzijde van Chicago. De strijd tussen de Italiaans-Amerikaanse bende van Capone en de Iers-Amerikaanse bende van Moran komt tot een bloedige climax op 14 februari 1929.
Capone en Moran stonden elkaar al jaren naar het leven en begin 1929 wil Capone voor eens en voor altijd afrekenen met zijn grote rivaal. Hij geeft zijn medewerker Jack ‘Machine Gun’ McGurn (geboren als Vincenzo Gibaldi) de opdracht om de moord te organiseren. McGurn pakt het serieus aan. Hij lokaliseert het hoofdkwartier van Moran, een garage aan 2122 North Clark Street in Noord-Chicago. Vervolgens huurt hij schutters in van buiten de stad, om te voorkomen dat eventuele overlevenden hun aanvallers zouden herkennen. Hij regelt mensen om op de uitkijk te staan en positioneert die in een appartement vlak bij de garage. Ook regelt hij een gestolen politiewagen en twee politie-uniformen.
Het bloedbad
Op 13 februari laat McGurn een lokale dranksmokkelaar contact opnemen met Moran om hem een aantrekkelijk aanbod te doen. Moran trapt erin en spreekt af om de dranksmokkelaar de volgende morgen om 10:30 te ontmoeten in de garage. Het is 14 februari, een ijskoude ochtend in Noord-Chicago. De mannen die op de uitkijk staan zien om 10:30 uur een man die ze menen te herkennen als Bugs Moran de garage binnengaan. Ze geven dit door aan de schutters, die vervolgens in de gestolen politiewagen stappen. Twee van de schutters dragen politie-uniformen. Als ze de garage binnendringen, vermoeden Morans bendeleden dat het om een gewone politie-inval gaat. Daarom doen ze braaf wat ze wordt opgedragen als hun verteld wordt dat ze tegen de muur moeten gaan staan en hun wapens moeten afstaan.
Dan openen de huurmoordenaars het vuur met hun geweren. De 7 mannen worden allen minstens 15 x geraakt in hoofd en lichaam. Dit alles speelt zich in zeer korte tijd af. Na het bloedbad verlaten de schutters de garage, waarbij de twee als politieagent verklede mannen de andere twee onder schot houden, om voor omstanders de schijn op te houden dat het om een arrestatie gaat. Zo verlaten ze de plaats delict. De slachtoffers zijn de broers Frank en Peter Gusenberg, Albert Kachellek, Morans boekhouder Adam Heyer, Albert Weinshenker, een opticien die graag met gangsters omging genaamd Reinhardt Schwimmer, en John May, die als automonteur werkte voor de bende van Moran. Bugs Moran zelf bevond zich niet onder de slachtoffers. De man die ze hadden aangezien voor Moran, moet een van zijn handlangers zijn geweest. Moran zelf was een aantal minuten te laat voor de afspraak. Toen hij de politiewagen voor de deur zag staan, besloot hij te vluchten en daarmee redde hij zijn leven. Frank Gusenberg, door 22 kogels geraakt, is niet meteen dood. Hij wordt nog naar het ziekenhuis vervoerd, maar volgens de traditionele maffiaregels laat hij niks los over wie hem heeft neergeschoten. Hij sterft uiteindelijk alsnog 3 uur na de schietpartij.
Niet opgelost
Het land is in shock door deze bloedige moordaanslag. Terwijl iedereen wel weet dat Capone erachter zit, heeft deze een waterdicht alibi (hij zat in Florida) en ook McGurn was elders op de tijd van de schietpartij. Officieel is het bloedbad van Valentijnsdag nooit opgelost. Capone kan niet gepakt worden voor deze misdaad, maar de FBI heeft zijn pijlen wel op hem gericht. In 1931 pakken ze hem op voor belastingontduiking en wordt hij naar de gevangenis op Alcatraz gestuurd.
Hij verlaat de gevangenis na 8 jaar, maar is geestelijk en lichamelijk een wrak vanwege een vergevorderd stadium van syfilis en sterft in 1947 in Florida.
Machine Gun McGurn wordt in 1936 doodgeschoten in een bowlingcentrum. Het is onbekend of deze moord een vergelding is voor de Valentine’s Day Massacre.
Bugs Moran is erg van slag door het incident, zijn hoogtijdagen zijn voorbij. Hij wordt in 1946 gearresteerd voor een paar bankovervallen en sterft in de gevangenis aan longkanker.
Het bloedbad op Valentijnsdag inspireerde verschillende filmmakers in latere jaren. Zo maakte Roger Corman in 1967 de film ‘The St. Valentine’s Day Massacre’; Jason Robards, Ralph Meeker en George Segal speelden de hoofdrollen.
Een prima verhaal en erg leuk als je de films hierover (vaak geromantiseerd maar altijd spannend) vroeger gezien hebt,